Pastoraat

Meldingen in verband met het pastoraat

In geval van gezinsuitbreiding, bij een huwelijksjubileum, ten tijde van ziekte, als zich een sterfgeval in gezin of familie voordoet of anderszins vragen we u vriendelijk in voorkomende gevallen rechtstreeks de predikant te berichten. In tweede instantie kunt u de scriba inlichten, dan wel contact opnemen met uw wijkouderling. We leven graag met u mee in voorspoed en in tegenspoed. De kortste weg is om ons persoonlijk op de hoogte te stellen. Daarmee wordt voorkomen dat het onzeker is of een bericht wel is overgekomen.

Bediening Heilige Doop

De wijkkerkenraad is verantwoordelijk voor de erediensten die onder zijn ambtelijke leiding plaatsvinden. Dit geldt uiteraard ook voor de diensten waarin de Heilige Doop en het Heilig Avondmaal worden bediend.

De wijkkerkenraad laat ouders toe tot de doopbediening die onder zijn opzicht plaatsheeft. Voorafgaand aan de bediening van de Heilige Doop wordt doopzitting gehouden. In de regel vindt de doopzitting dertien dagen voor de doopsbediening plaats. Beide ouders worden ter doopzitting verwacht. Aan hen wordt verzocht het trouwboekje mee te nemen. Via de Hervormde Kerkbode en vanaf de kansel wordt u hierover nader geïnformeerd.

Tijdens de doopzitting wordt gesproken over de doopbediening die voor de kinderen der gemeente wordt begeerd. Na de doopzitting en nog voor de doopbediening worden de doopouders thuis bezocht door de predikant en een ouderling. Tijdens dit bezoek wordt doorgesproken over het sacrament van de Heilige Doop en/of over de opvoeding. Nadat de Heilige Doop naar de instelling van de Koning der Kerk is bediend, wordt het trouwboekje met een doopkaart ter herinnering aan de doop van het kind door de predikant thuisbezorgd. Op het kerkelijk bureau wordt de datum van de doopsbediening in het trouwboekje geschreven en worden de doopkaarten gemaakt.

Huwelijksdiensten

Het huwelijk tussen één man en één vrouw is een inzetting Gods die Hem behaagt. In onze samenleving staat het huwelijk onder grote druk. Satan richt zijn pijlen op deze instelling Gods die haar oorsprong vindt in het ongeschonden paradijs.

We verheugen ons in dat licht des te meer wanneer onze jonge mensen hun leven begeren in te richten naar eis van de Heilige Schrift. In een huwelijksdienst in Gods huis kan alleen een voor de burgerlijke stand gesloten huwelijk van een man en een vrouw kerkelijk worden bevestigd. Met het bruidspaar wordt gebeden om Gods zegen over de verdere levensweg. Het is voor aanstaande trouwparen aan te bevelen bij het vaststellen van de huwelijksdatum eerst en in elk geval tijdig de predikant te benaderen. Met het oog op de aspecten van een christelijk huwelijk voert de predikant zo’n vier weken voor de huwelijksbevestiging het trouwgesprek met het bruidspaar. In dit gesprek komt o.a. de gang van zaken in de dienst aan de orde en de invulling op de huwelijksdag. De orde van dienst in een trouwdienst wijkt niet af van de orde en de gebruiken in overige (zondagse) erediensten.

Wie trouwt in Gods huis belijdt openlijk christelijk en godzalig door het leven te willen gaan. Dat komt vanzelfsprekend op de trouwdag in alles openbaar. Het bruidspaar zal netheid in kleding voorstaan om in Gods huis te willen komen. Daarbij kan het niet zo zijn dat er ’s middags geknield is voor de Heere en ’s avonds de invulling hier mee in strijd is. Graag attenderen we onze jongeren in liefde hierop. Laten we hart en leven niet van elkaar scheiden.

Huisbezoek

Het lieflijk apostolisch vermaan in 1 Thessalonicenzen 5 vers 12 tot en met 14 luidt: ‘Wij bidden u, broeders, erkent degenen die onder u arbeiden en uw voorstanders zijn in den Heere en u vermanen en acht hen zeer veel in liefde om huns werks wil. Zijt vreedzaam onder elkander. En wij bidden u, broeders, vermaant de ongeregelden, vertroost de kleinmoedigen, ondersteunt de zwakken, zijt lankmoedig jegens allen.’ Gedachtig aan deze opdracht gaan de ambtsdragers uit om de gezinnen te bezoeken. Zij streven ernaar de gezinseenheden minstens eens in de twee à drie jaar bezocht te hebben. Onze gemeente kent de gewoonte dat elke ouderling in zijn sectiebezoek vergezeld wordt van een diaken of van een niet in het ambt staande bezoekbroeder. Uiteraard geldt geheimhoudingsplicht van hetgeen vertrouwelijk ter ore is gebracht.

Voorafgaand aan het reguliere huisbezoek wordt een afspraak gemaakt. We dringen er in liefde op aan dat het (gehele) gezin inclusief jonge en oudere kinderen tijdens het huisbezoek aanwezig is. Het is een groot voorrecht als men zich later nog herinnert hoe men als kind al betrokken werd in het bezoek dat aan huis werd gebracht waarbij de wezenlijke levensvraag aan de orde werd gesteld: ‘Mijn ziele, doorziet gij uw lot: Hoe zult gij rechtvaardig verschijnen voor God?‘